web analytics

Stel je eens voor dat je

VERHAALTJES BIJ STATES (NLP Master cursus voorjaar 2009)

Creativiteit:
1. Stel je eens voor dat je een reis naar Tokio gaat maken … maar je wilt of kunt niet rechtstreeks van Amsterdam naar Tokio vliegen. Hoe zou je naar Tokio gaan ?
2. Ken je YouTube? Als jij daar iets op zou willen zetten, wat zou jouw bijdrage dan zijn?

Pragmatisme:
1. Als ik les geef, vind ik het erg leuk om de actualiteiten in de les in te bouwen. Elk moment van de dag kan er iets op het wereldtoneel gebeuren, dat interessant is om te gebruiken.
2. Stel je voor dat je klaar staat om te gaan werken en dan er wordt gebeld, je hebt een wereldreis gewonnen, maar je moet wel nu onmiddellijk vertrekken.

Vastbeslotenheid:
1. Een van mijn kennissen is iemand die als ze iets wil, dan gaat ze er ook echt voor. Het maakt niet uit wat er gebeurt, maar ze wil per se haar doel bereiken.
2. We hebben een aantal jaren geleden de West Highland Way gelopen. Hij is zo’n 160 km lang. Al op dag 3 had ik last van een voet, na dag 5 hadden we een rustdag, op dag 7 en 8 deed mijn voet weer behoorlijk zeer, maar ik wilde niet stoppen, ik heb hem uitgelopen.

Openheid:
1. Een van mijn collega’s zegt altijd, je mag me alles vragen, en ik zal overal antwoord op geven.
2. Misschien heb je gemerkt dat er steeds meer schandalen in de pers vermeld worden, dat komt omdat er eigenlijk geen geheimen meer zijn.

Nieuwsgierigheid:
1. Gisteren heb ik toch iets leuks gehoord, misschien vind je het ook leuk, maar ik heb helaas nu geen tijd heb om het te vertellen.
2. Soms vraag je je wel eens af hoe anderen het doen, ze hebben het ene vakantietripje na het andere. Jij niet?

Bewustzijn:
1. Wist je dat je veel meer bent dat je lijf, je gevoelens en gedachten, dat je nog meer bent dan je denkt ?
2. Kennis vergaren is erg leuk, maar ik merk dat hoe meer je weet, hoe minder je kunt of wilt vertellen, omdat je weet dat dingen voor meerdere uitleg vatbaar zijn.

Flexibiliteit:
1. Mijn vriendin had het laatst nog. (Het was zo’n middag waarop ze lekker aan het genieten was van haar vrije tijd.) Ze had net besloten een appeltaart te gaan bakken, toen haar partner binnenkwam met de vraag of ze mee naar de stad ging om appeltaart te eten.
2. Ken je die dagen op kantoor, de een na de ander komt binnen met vragen, en elke vraag gaat over iets anders.

Verantwoordelijkheid:
1. Ik ben mantelzorger, en soms moet ik kiezen tussen naar mijn vader gaan of tijd voor mezelf. Wat zou jij doen?
2. Ik heb laatst mijn petekind meegenomen naar Engeland, ze was toen 14, echt nog een kind. Ik vond het best wel eng om samen de Londense ondergrondse te gebruiken, stel je voor dat we elkaar kwijtraakten.
Dus we hebben elkaars telefoonnummer ingeprogrammeerd en afgesproken wat we zouden doen als we elkaar kwijt zouden raken.


Case Fobie

FAST FOBIE METHODE

Casus van Rob Besseling, Master Opleiding najaar 2008

J. (29) heeft een lichte handicap.
Jaren geleden heeft zijn vader (alcoholist) in een dronken bui hem een tongzoen gegeven. Hij is dus (in de woorden van J.) bij J. tegen zijn wil naar binnen gedrongen.
Het heeft J. erg geschokt dat dit is gebeurd. Hij vond dat hij door zijn vader is verkracht omdat de Hoge Raad dit heeft gelabeld als het hebben van vleselijke gemeenschap tegen de wil van het slachtoffer.
J. wordt angstig en onzeker als hij daar aan terugdenkt. Dat belemmert hem in zijn functioneren.

Coachvraag van J.: Hoe kan ik leren omgaan met de opgedane ervaring zodat ik er geen belemmeringen meer van ondervind?

Toegepaste techniek: Ik heb met hem de fast fobie methode gedaan.
Ik heb een veiligheidsanker op zijn arm aangebracht dat ik ben blijven activeren.
Daarna heb ik J. gevraagd de herinnering aan de gebeurtenis op te roepen. Dat deed hij.
Vervolgens heb ik hem gevraagd om zich een bioscoopzaal voor te stellen en in gedachten op de voorste rij op de middelste positie te gaan zitten.
Toen hij daar zat heb ik hem gevraagd om uit zichzelf te zweven en plaats te nemen in de projectorruimte achter in de zaal.
Ik vroeg hem om zichzelf te zien daar vooraan in het midden van de eerste rij.
Toen liet ik hem een beeld op het bioscoopscherm projecteren. Hem gevraagd wat het was: een plaatje in zwart-wit.
Gevraagd of hij het plaatje als een filmpje wilde laten afspelen terwijl hij in de projectieruimte zat te kijken naar zichzelf daar vooraan op de eerste rij die naar het plaatje zat te kijken.
Ik heb hem gevraagd om, als de gebeurtenis was afgelopen, het beeld stil te zetten en er kleur van te maken.
Vervolgens heb ik hem gevraagd naar zichzelf op de eerste rij te kijken en uit deze een andere zichzelf te laten komen die in het kleurenbeeld op het projectiedoek stapt.
Daarna liet ik hem de kleurenfilm zo snel mogelijk terugspoelen naar het beginpunt terwijl hij hele harde muziek hoorde.
Toen het beeld weer aan het beginpunt was en stilstond heb ik J. gevraagd om uit het beeld te stappen en weer in zichzelf te gaan die op de voorste rij in het midden zat.
Daarna heb ik hem zichzelf vanaf de projectorruimte terug laten zweven in zichzelf die op de voorste rij in het midden zat.
Tenslotte heb ik hem gevraagd om zijn kopie op de voorste rij in de zaal te laten opstaan en de zaal uit te laten lopen.

Resultaat: direct na afloop van de oefening voelde J. zich neutraal.
Twee weken later meldde hij mij dat hij in een nogal confronterende situatie terecht was gekomen met daklozen (In het opvanghuis waarvan hij stage loopt voor zijn opleiding).
De daklozen waren het niet eens met zijn stellingname en kwamen dreigend op hem af.
Normaal gesproken zou hij daar heel onzeker van worden, dit keer bleef hij echter tot zijn eigen verbazing kalm en bij zichzelf en legde hij rustig uit waarom hij vond wat hij zei, waarna iedereen het accepteerde en verder ging.
Daarnaast merkte hij dat hij het gebeuren met zijn vader zag als een van de gebeurtenissen in zijn leven.
Hij had er afstand van genomen.


Casus M

Casus M

Intro ik heb M(edewerker) in begeleiding om weer te gaan functioneren op gewenst niveau. M heeft slechte beoordeling gehad van B(aas).

We belanden midden in het gesprek dat een doorstart is van een begeleiding. Het intro-gesprek van het maken van een POP e.d.

M als ik er nog aan denk, aan dat gesprek kan ik me zo kwaad maken…

C(oach) kun je je kwaad maken of wordt je kwaad?

M ja, nee ik wordt kwaad. (wordt rood)

C wat gebeurt er dan

M dan heb ik het gevoel haar een ram voor d’r kop te moeten geven, zo boos ben ik dan

C je bent dus heel boos.

M ja en verdrietig

C verdrietig?

M ja omdat… nou laten we het er maar niet meer over hebben.

C je wil het er niet meer over hebben, zeg je maar het komt in dit gesprek al drie keer terug.

M ja dat is wel zo

C als je nou aan die situatie terugdenkt M, wat zie je dan.

M hoe bedoel je?

C stel je voor dat het gesrek (van de slechte beoordeling, red…) er NU is wat zie je dan?

M nou dan zit B tegenover mij en ik voel de grond onder me wegzakken.

C je voelt de grond onder je wegzakken.

M ja…  ja

C jouw spreekkamer is van glas, toch?

M ja, ja

C stel je nou eens voor dat je op afstand gaat staan van die plek, die situatie. Ga eens op het bureau staan van A. Wat zie je dan?
Let op: het gesprek vindt daar plaats terwijl jij in gedachten op het bureau klimt en de beide sprekers kunt zien.

M O ja. Nou……(wachten)  nou ik voel medelijden

C je voelt medelijden

M ja

C wat zie je?

M ja eh ik zie mezelf in gesprek met B en ik ben boos.

C je ziet jezelf in gesprek met B en je bent boos,
hoe ziet dat eruit, wat zie je precies?

M ja ik ben boos

C boos ja, wat zie je vraag ik je

M nou ik zie B rustig achterover zitten en ik maak veel handgebaren ik ben mezelf aan het verdedigen.

C B zit achterover en jij maakt handgebaren, oké

C wil je nu uit deze situatie stappen?

M is goed

C vorige week hadden wij een bijeenkomst met XYZ (externen) weet je dat nog?

M ja dat weet ik (M lacht)

C jij was daar ook aan het woord

M ja

C Wil je nu eens in gedachten bij de koffieautomaat gaan staan, terwijl de deuren van de vergaderruimte openstaan. Dan kun je precies zien waar jij zat, toch?

M lachen, ja, klopt.

C oké, wat zie je M?

M ja ik ben in gesprek (M lacht)

C in gesprek en hoe zag dat eruit, weer kijken M!

M nou ik maakte handgebaren en lachte.

C je maakte handgebaren en lachte, oké

C ik wil je nu vragen om weer op het bureau van A te gaan staan en weer naar de situatie van het beoordelingsgesprek te gaan, wat zie je?

M ik zie M handgebaren maken en hij kijkt bedrukt.

C je ziet M handgebaren maken en M kijkt bdrukt?

M ja hij kijkt met opengesperde ogen en opgetrokken wenkbrauwen…

C dus M maakt handgebaren, heeft opengesperde ogen en opgetrokken wenkbrauwen…

M ja

C ga nu een op het bureau van K staan, wat zie je nu?

M Ik zie B en M zitten. B zit achterover en M maakt handgebaren.

C B zit achterover en M maakt handgebaren

M ja

C wat voel je hier en nu

M tja, niet zoveel eigenlijk.

C niet zoveel eigenlijk

M nee.

Koffiepauze

C zeg M weet je nog die keer dat jij kritiek had op X over dat-en-dat.

M ja ja, dat weet ik

C wat gebeurde er toen.

M nou ik zei dat-en-dat en toen zei X dankjewel, dat weet ik nog goed.

C X zei dankjewel op jouw feedback naar X.

M nou ja het was kritiek

C het was kritiek, wat wilde je ermee bereiken?

M nou dat X dat punt dat-en-dat introk en begrijpt dat dat-en-dat anders lag

C intrekken en begrijpen

C en wat voelde je na X’s reactie

M ik voelde me gezien en ik voelde m’n boosheid naar X wegvloeien omdat-ie me ook gelijk gaf.

C je voelde je gezien en de boosheid trok weg. Nog iets anders?

M nee, of toch ja: ik vond het raar dat-ie me bedankte. Maar goed nu snapt-ie me kennelijk beter… ik stop nu soms met backtracken i.v.m. de lengte

C kennelijk beter?

M nou ja, ik begreep dat hij bepaalde dingen niet wist en nu dus na mijn opmerkingen beter zou kunnen reageren.

C ………………………………………….

M tja, ik denk hem de grond in te boren en hij bedankt me omdat-ie nu beter in staat is te oordelen over dat-en-dat……

C ………………………………………….

C We nemen nog een bak M

Volgende sessie M legt verbeterpunten oip tafel op basis van beoordeling en wezenlijke ontwikkelpunten. Ik vang op dat M nog niet helemaal los is van de kwetsuur van het gespreksmoment.

C M ga nog eens op het bureau van K staan, wat zie je en wat hoor je?

M Ik zie B heen en weer gaan op haar stoel (naar voor naar achter) en wijzen op de beoordeling, ik hoor er niets van

C je ziet B heen en weer gaan.

M stap de kamer maar in M. Blijf aan de kopse kant kijk naar beide en wat zie je en wat hoor je?

M ik hoor B haar best doen om uit te leggen wat ik niet wil begrijpen, ik zucht en steun. Het is hard werken voor haar.

C bt., ik vroeg wat je ziet en hoort

M ik zie M handgebaren maken, heen en weer op z’n stoel, ik hoor hem zuchten. Ik zie B heen en weer gaan op haar stoel, ik hoor haar rustig praten.

C bt., wat voel je nu?

M (emotioneel) ik begrijp het laat maar exit. Dankjewel Robert

C Dankjewel M.

Want jij … bent vrij

Terwijl je daar nu zit…
En luistert naar mijn stem…
En luistert naar de muziek…
Ben je al bezig… je diep… te ontspannen…
Stel je maar eens voor… dat je op je bed ligt… maar het hoef niet… waar je maar wilt…  het helpt je… nog beter… te ontspannen… en elke ademhaling… diep… of niet… zal je ook helpen… met ontspannen…
En maak maar eens… dat raam… open… en laat de zonnestralen… naar binnen komen… kijk maar… hoe het de kamer… verlicht… wat voor een mooie… warme kleur… jouw verlicht… en voel maar eens… hoe warm.. het aanvoelt… en laat die warmte… langzaam…  door heel je lichaam gaan… heel je lichaam… je doet het goed… je mag… je ontspannen voelen… geniet er maar van…nu…en als je die warmte voelt… met die mooie kleur…weet je… dat alles goed komt… dat je sterk bent… dat je OK bent… en kun je heel goed… ontspannen… en als je wilt… mag je… naar buiten zweven… en de geluiden horen… van de vogels… of andere dieren…misschien helpt het je… om je gedachten…leeg…te maken… om open te staan… voor nieuwe dingen… omdat je de kracht… voelt… om open… te zijn… jouw zijn… heel jou zijn… geniet er maar van… nu… van alles… om je heen…en jij.. het middenpunt… van jou zijn… kracht… en moed… en soms iets minder…als het nodig is… het is goed …om alles… aan te kunnen… want jij… bent vrij… in je gedachten… om te kiezen… wat jij graag doet… of niet doet… neem het maar mee… wat je voelt… ziet… hoort… vanavond… morgen… en naar de rest… wat nog gaat komen… het zit in je… en overal om je heen… en misschien… merk je dan… dat alles… en iedereen… mooier…rustiger… vriendelijker wordt… want jij straalt… die energie… om je heen… en als je straalt… merk je… dat de kleuren… feller zijn…mooier zijn… en de geluiden… duidelijker… helder… en je nog meer voelt… van alles om je heen… kijk maar eens naar jezelf… ontspannen… stralend… die rust… die kracht… omgeven van die mooie kleur… geniet er maar van… neem het maar mee…waar je ook naar toe gaat…
En zo met één… maar nu nog niet… tel ik weer terug… van 3… naar 1… en straks bij één kun je dan weer je ogen open doen… en de rest van de dag…en alle dagen… voel je die innerlijke kracht… die je helpt… om dat te doen… wat je wilt doen…
3 beweeg maar met je tenen
2 haal eens heel diep adem
1 doe je ogen open…

Verhaaltjes bij de states

Nieuwsgierigheid: ik hoorde vannacht gerommel in de schoorsteen en hinniken op het dak…. Ik zag een schim… Zou, zou de lieve goed Sint gekomen zijn? Ligt er wat in je schoen?  O…  Straks rinkelt de telefoon. Krijgen we de hypotheek of niet.   Flexibiliteit: ik hoop dat mijn benoeming doorgaat, zo niet dan zie ik wel weer. Voor mijn gevoel zitten er in elke nieuwe situatie weer een nieuwe kansen die ik niet had willen missen…  Kijk telkens naar de actuele omstandigheden, wat hoor je, wat voelt goed. Doe wat je het beste voorkomt in elke situatie, ook al doe je tekens iets anders. Hoe breder je blik, hoe meer je kunt meebewegen met de situatie. Luister naar feedback en stel bij.    Vastbeslotenheid: We gaan voor goud, we gaan voor oranje, voor een klinkende overwinning. Wij pakken goud! Daar brengt niemand ons vanaf.   Kies jij voor de fles? Ik kies voor leven.   Creativiteit: Op het moment dat het nodig is kies je een route en vind je een oplossing. Kijk maar, luister naar je gevoel…  Het er een van velen, maar altijd de beste voor jou.   Je hebt een heel symfonieorkest tot je beschikking. Alle instrumenten, afzonderlijk of in samenhang kun je laten schitteren. Van subtiel, breekbaar en tactvol, tot zwaar, robuust en doortastend. Gebruik dat pallet van mogelijkheden.   Bewustzijn: kijk, ruik, raak aan en beschrijf wat je ziet en zeg het op.  Let op! Het verkeer komt van alle kanten, heb je voorrang of niet.   Openheid: Ben je bereid om alles binnen te laten komen, zonder direct te oordelen, zonder direct te veroordelen. Laat komen wat komt.   Gun jezelf de tijd om alles te zien, alles te horen, alles te voelen en alles te ruiken. Denk niet in oplossingen en ook niet aan oplossingen, laat los. Laat je dromen komen, morgen weet je wat je te doen staat.  Verantwoordelijkheid: alleen jij kan kiezen voor een leven vrij van alcohol. Alleen jij kan kiezen voor jouw toekomst, voor groei en voor leren.   De regiehouder van jouw leven dat ben jij, niemand anders.   Pragmatisme: Er is geen standaard aanpak, hoe je er komt doet er niet toe, het gaat er om dat je er komt, kijk maar wat je aan hulpbronnen gebruikt.  Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.

Case J.

Case NLP , november 2008 . Eerste gesprek d.d. 11 november 08
Vraag waarmee J.( samen met haarpraktijk begeleider) kwam bij ondergetekende: J. overweegt te stoppen met de opleiding waar ze 25 september j.l. aan begonnen is en die duurt t/m juni 09, maar is daar nog niet helemaal zeker over.  Er lijken geen andere problemen een rol te spelen.
Achtergrond J. is een vrouw, 27 jaar oud, getrouwd, zoontje van 4 jaar. Ze heeft de opleiding tot verzorgende enkele jaren geleden afgerond en werkt sinds juli 08 op een woongroep met 6 dementerende ouderen. Hier voelt ze zich erg prettig.. Ze werkt 3 dagen per week, voornamelijk in de avonddienst. Op verzoek van haar leidinggevende is ze begonnen aan de vervolgopleiding: ‘eerstverantwoordelijke verzorgende.’ Dit opleidingsverzoek is gebaseerd op haar functie en vooropleiding en gedaan tijdens een functioneringsgesprek, er zitten echter geen sancties op het niet volgen ervan. Voordat een medewerker gaat starten  is er een voorlichtingsbijeenkomst waarin nadruk wordt gelegd op de zwaarte (combineren met werk en gezin) en de nieuwe manier van opleiden: competentiegericht ipv traditioneel.
Stand van zaken opleiding Deze opleiding duurt tot eind juni 2009. Ze heeft het eerste onderdeel van haar opleiding ‘het maken van een portfolio en startprofiel’ bijna afgerond: ze moet alleen nog drie  ‘bewijsstukken’ kopiëren en aan haar map toevoegen. Het portfolio had ze 3 november bij me moeten inleveren, dit is nog niet gebeurd. Op 20 november zouden we daar een gesprek over hebben.
Probleem J. overweegt te stoppen omdat ze het gevoel heeft dat ze het niet aan kan. Ze huilt terwijl ze dit vertelt, ademhaling is hoog/ snel. Ze snauwt thuis man en kind af, snapt weinig van  de teksten in haar map ( is  niet bekend met dyslexie) en moet steeds aan haar man om uitleg vragen. Ze vertelt dat het haar tot hier zit: wijst een horizontale lijn boven haar hoofd aan en zegt dat ze met haar vorige opleiding ( verzorgende MBO 3) al veel moeite had en bang is dat het nu ook zo zal gaan. Ze vindt het voor haar functie niet echt nodig en is daardoor niet zo gemotiveerd. Ze heeft het buiten werktijd zo druk gehad met het maken van het portfolio dat ze haar zoontje een paar keer tussen de middag heeft moeten laten overblijven. Hij protesteert hiertegen en zij voelt zich daardoor schuldig en denkt dan ‘Ik had nooit aan die opleiding moeten beginnen.’
Mijn interventies tijdens het gesprek: de lijn ( van het zit me tot hier) naar benedengehaald ( borsthoogte) en haar voorgesteld om eerst te zorgen voor overzicht en ontspanning. Terwijl ik dit deed liet ik mijn stem naar beneden gaan met als doel haar te helpen ontspannen. Ik heb haar voorgesteld als nog het portfolio in te leveren, zonder de ontbrekende bladzijden, mijn eisen ook omlaag gebracht: “Die komen later wel, dat is niet zo’n probleem. Belangrijk is nu dat jij je kunt ontspannen en alles kunt laten zakken. Je hebt nu al zoveel gedaan, (want dat portfolio maken is een grote klus). En als je dan ontspannen bent kun je misschien het negatieve gevoel van je vorige opleiding achter je laten en genieten van al het werk dat je nu al gedaan hebt. En dan pas kun je een keuze maken  en overwegen wat je verder doet met je opleiding.”
Reactie van J. Het huilen verminderde en stopte uiteindelijk. Ademhaling werd rustiger en lager. Ze wilde alsnog haar portfolio inleveren, maar vrijdag pas, want wilde de ontbrekende bladzijden toch toevoegen. Ze stelde zelf voor om aan haar zorgcoördinator te vragen ook binnen werktijd aan haar opleiding te kunnen werken. De praktijkopleider wil haar hierin steunen. Opeens zei ze: ‘als ik die opleiding nu niet doe, dan moet ik hem over een paar jaar misschien toch doen, dus is het misschien maar beter door te gaan.’
Vervolg De afspraak van 20 november blijft staan. Hierin vraag ik haar naar haar gedachten over de opleiding en check ik de ecologie van de beslissing die ze heeft genomen of gaat nemen. Als ze doorgaat, wat ik wel verwacht,  wil ik haar beperkende overtuiging met de Time Line verwijderen.

Weegschaal

Deze weegschaal kan niet wikken en wegen. Dat wikken doet de begeleider en het wegen kan alleen als de begeleider er nieuwe batterijen in doet.
Begeleider heeft al veel kennis en ervaring opgedaan en hij vindt dat dit genoeg is.
Hij doet zelf er nieuwe batterijen in om zichzelf te wegen en ervaart hoe het is om op hoger niveau te staan met deze kennis.
De cliënten die nu bij jou op deze weegschaal komen te staan om te wegen kan jij laten ervaren dat zij ook zichzelf kunnen wegen op de weegschaal en hen het gevoel meegeven dat ze hun afvalrace zelf kunnen (over)winnen.

Als je luistert zonder te oordelen

8 States of Mind:

Bewustzijn
•    Het moment dat je beseft dat de zon elke dag zal schijnen op deze mooie aarde, weet je dat alles goed komt.
•    Als je mediteert en met jezelf bezig bet zul je weten dat je heel sterk bent en tot veel in staat bent.

Creativiteit
•    Het is ontzettend mooi  als je s-‘avonds thuis een schildersdoek neer hangt en bedenkt wat voor moois je er op gaat visualiseren. 
•    Het kan heel erg leuk zijn om de zelfde dingen op een andere manier te gaan doen zodat er weer nieuwe mogelijkheden en zienswijze openbaren.

Flexibiliteit
•    Als je niet linksaf kunt dan ga je toch rechtsaf? Je komt toch wel waar je echt wilt zijn.
•    Als je ergens gaat eten en toevallig is alles bezet. Dan ga je toch naar een ander restaurant. Plezier maken moet je toch zelf doen.

Nieuwsgierigheid
•    Internet is fantastisch. Als je iets wilt weten hoef je het maar te googlen.
•    Als je iets nieuws tegenkomt in je leven is het heel leuk om daar alles over te weten te komen.

Openheid
•    Als je luistert zonder te oordelen zul je veel meer horen. En misschien leer je nog eens iets nieuws.
•    Bij bijvoorbeeld mediteren is het goed om te proberen alle gedachten los te laten en je geest te verruimen.

Pragmatisme (het alles laten afhangen van praktische bruikbaarheid)
•    Bij het kopen van een nieuwe auto is het maak je keuzes die voor jou het belangrijkst zijn.
•    En als je auto kapot is pak je toch de fiets of de bus.

Vastberadenheid
•    Als je iets voorgenomen hebt moet je jezelf niet van het pad laten brengen door iemand anders.
•    Soms is het goed om vast te blijven houden aan je handelingen.
•    Het is niet verkeerd op momenten je poot stijf te houden.

Verantwoordelijkheid
•    Je kunt nooit de schuld aan anderen geven voor je eigen handelen.
•    In deze maatschappij is het goed dat je dingen regelt die goed zijn voor jou en je omgeving.

Wil niet meer aan verwachtingen voldoen en geen schuldgevoel

Case: Y.

Wil niet meer aan verwachtingen voldoen en geen schuldgevoel krijgen als ze er niet aan voldoet
Positieve intentie: aardig gevonden worden, er mogen zijn.
Gedrag komt voor bij voor haar belangrijke personen
Komt er naderhand achter dat ze het gedaan heeft, krijgt dan een schuldgevoel, maar heeft dan al ‘ja’ gezegd

Ze zegt dat ze pas kan kiezen als ze het zelf voelt, maar doet dat nog niet. Stap 1 is dus: voelen en niet overvallen worden met een vraag. Het is een ingebouwd patroon. Om dit te doorbreken, wordt een anker geïnstalleerd ‘tijd voor mezelf nemen’.

Ze vult verwachtingen in, of mensen nu verwachtingen hebben of niet. En ze legt de lat erg hoog. Hoe hoger hoe meer ze er mag zijn
Lage verwachtingen zijn simpel, dat heeft geen nut
Hoe belangrijker hoe hoger ze de verwachtingen maakt.
Soms handelt ze ook uit plicht, van ‘dat doe je toch gewoon’. Maar ze mag nooit voor zichzelf kiezen.
Ze is teleurgesteld dat ze dit zo doet. Niemand, zij ook niet, vraagt wat ze wil.

Vraag: Wanneer mag je er wel zijn van jezelf?
Rationeel oké, maar gevoel …
Ze wil van het falen afkomen: ze kon haar moeder niet beter maken met gedachtekracht, de kinderen wonen elders, relatie verbroken, weinig vrienden en geen werk.
Ze faalt op de verwachtingen naar zichzelf en algemene verwachtingen bijvoorbeeld kinderen horen bij de moeder.

Vraag: Ken je dat je er wel mag zijn
Ze kent het gevoel wel, soms als ze alleen is: rustig – afwezigheid van onrust, rust = niet aan verwachtingen voldoen, ze heeft dat ook bij 1 andere persoon.
Het gevoel ‘rust’ wordt opgeroepen en geankerd.
Tot zover eerste telefoongesprek. 6 mrt 2009

Op maandag 9 maart even contact gehad. Ze had het anker gebruikt om rustig te blijven toen ze alleen naar de bioscoop ging (restanten pleinvrees), verder heeft ze het niet nodig gehad.

Aangezien Y. NLP Master is, hoeft de techniek van het ankeren, positieve intentie etc. niet uitgelegd te worden en kon dit ook telefonisch besproken worden.
Er was geen mogelijkheid op dat moment op dat persoonlijk te doen.


16 verhaaltjes voor 8 states

Nieuwsgierigheid
1.    Aan het eind van de cursus zullen jullie allemaal begrijpen  waarom ik dit plaatje op de voorkant van de syllabus heb gezet.
2.    De volgende keer vertel ik meer hierover….
Openheid
1.    Ik ben helemaal klaar voor jouw verhaal!
2.    Jonge kinderen kunnen je vaak zo heerlijk zonder gene alles vertellen.
Pragmatisme
1.    Ik heb het idee dat de oplossing wel komt als we er samen mee aan de slag gaan/ over praten…
2.    We gaan maar gewoon beginnen!
Vastbesloten
1.    Als ik weet wat ik wil ga ik er ook voor.
2.    Ooit heb ik een doodzieke man verpleegd. Hij zei tegen me: ”als ik hier nog levend vandaan kom weet ik precies wat ik ga doen, ik laat me niet meer door bijzaken leiden.”
Creativiteit
1.    Onlangs heb ik tijdens een training geleerd dat er in onze taal ontzettend veel  woorden zijn  met een dubbele betekenis . De mogelijkheden om deze te gebruiken zijn eindeloos.
2.    Als wijkverpleegkundige kwam ik regelmatig bij een man in een onbewoonbaar verklaarde woning waar veel voorzieningen waren afgesloten. Daar  moesten we veel improviseren zoals bijvoorbeeld water verwarmen in een koffiezetapparaat.
Flexibiliteit
1.    Ik ben vaak van baan verwisseld . Dat levert steeds weer nieuwe inzichten op.
2.    In het blad ‘ Psychologie’  van nov 08 las ik dat op plaatsen waar veel aardbevingen of vulkaanuitbarstingen voorkomen meer hoge beschavingen ontstaan dan elders. Vermoed werd dat de bewoners van deze veranderlijke omgeving  veel leerden doordat ze zich steeds moesten aanpassen.
Bewustzijn
1.    Vaak zeg ik tegen medewerkers die hier komen voor een gesprek: “zitten is hier gratis, je mag de hele stoel gebruiken; de hele zitting en de hele rugleuning.  Als je goed zit kun je je beter concentreren”.
2.    Ik las in het maandblad van milieudefensie de wijsheid: ‘als je haast heb moet je gaan zitten.’
Verantwoordelijkheid
1.    In een vliegtuig is de gezagvoerder altijd degene die beslist.
2.    Toen ik in het ziekenhuis werkte draaide ik al voordat ik gediplomeerd was oudste diensten ’s avonds en ’s nachts, samen met een jongerejaars leerling.