Casus M
Intro ik heb M(edewerker) in begeleiding om weer te gaan functioneren op gewenst niveau. M heeft slechte beoordeling gehad van B(aas).
We belanden midden in het gesprek dat een doorstart is van een begeleiding. Het intro-gesprek van het maken van een POP e.d.
M als ik er nog aan denk, aan dat gesprek kan ik me zo kwaad maken…
C(oach) kun je je kwaad maken of wordt je kwaad?
M ja, nee ik wordt kwaad. (wordt rood)
C wat gebeurt er dan
M dan heb ik het gevoel haar een ram voor d’r kop te moeten geven, zo boos ben ik dan
C je bent dus heel boos.
M ja en verdrietig
C verdrietig?
M ja omdat… nou laten we het er maar niet meer over hebben.
C je wil het er niet meer over hebben, zeg je maar het komt in dit gesprek al drie keer terug.
M ja dat is wel zo
C als je nou aan die situatie terugdenkt M, wat zie je dan.
M hoe bedoel je?
C stel je voor dat het gesrek (van de slechte beoordeling, red…) er NU is wat zie je dan?
M nou dan zit B tegenover mij en ik voel de grond onder me wegzakken.
C je voelt de grond onder je wegzakken.
M ja… ja
C jouw spreekkamer is van glas, toch?
M ja, ja
C stel je nou eens voor dat je op afstand gaat staan van die plek, die situatie. Ga eens op het bureau staan van A. Wat zie je dan?
Let op: het gesprek vindt daar plaats terwijl jij in gedachten op het bureau klimt en de beide sprekers kunt zien.
M O ja. Nou……(wachten) nou ik voel medelijden
C je voelt medelijden
M ja
C wat zie je?
M ja eh ik zie mezelf in gesprek met B en ik ben boos.
C je ziet jezelf in gesprek met B en je bent boos,
hoe ziet dat eruit, wat zie je precies?
M ja ik ben boos
C boos ja, wat zie je vraag ik je
M nou ik zie B rustig achterover zitten en ik maak veel handgebaren ik ben mezelf aan het verdedigen.
C B zit achterover en jij maakt handgebaren, oké
C wil je nu uit deze situatie stappen?
M is goed
C vorige week hadden wij een bijeenkomst met XYZ (externen) weet je dat nog?
M ja dat weet ik (M lacht)
C jij was daar ook aan het woord
M ja
C Wil je nu eens in gedachten bij de koffieautomaat gaan staan, terwijl de deuren van de vergaderruimte openstaan. Dan kun je precies zien waar jij zat, toch?
M lachen, ja, klopt.
C oké, wat zie je M?
M ja ik ben in gesprek (M lacht)
C in gesprek en hoe zag dat eruit, weer kijken M!
M nou ik maakte handgebaren en lachte.
C je maakte handgebaren en lachte, oké
C ik wil je nu vragen om weer op het bureau van A te gaan staan en weer naar de situatie van het beoordelingsgesprek te gaan, wat zie je?
M ik zie M handgebaren maken en hij kijkt bedrukt.
C je ziet M handgebaren maken en M kijkt bdrukt?
M ja hij kijkt met opengesperde ogen en opgetrokken wenkbrauwen…
C dus M maakt handgebaren, heeft opengesperde ogen en opgetrokken wenkbrauwen…
M ja
C ga nu een op het bureau van K staan, wat zie je nu?
M Ik zie B en M zitten. B zit achterover en M maakt handgebaren.
C B zit achterover en M maakt handgebaren
M ja
C wat voel je hier en nu
M tja, niet zoveel eigenlijk.
C niet zoveel eigenlijk
M nee.
Koffiepauze
C zeg M weet je nog die keer dat jij kritiek had op X over dat-en-dat.
M ja ja, dat weet ik
C wat gebeurde er toen.
M nou ik zei dat-en-dat en toen zei X dankjewel, dat weet ik nog goed.
C X zei dankjewel op jouw feedback naar X.
M nou ja het was kritiek
C het was kritiek, wat wilde je ermee bereiken?
M nou dat X dat punt dat-en-dat introk en begrijpt dat dat-en-dat anders lag
C intrekken en begrijpen
C en wat voelde je na X’s reactie
M ik voelde me gezien en ik voelde m’n boosheid naar X wegvloeien omdat-ie me ook gelijk gaf.
C je voelde je gezien en de boosheid trok weg. Nog iets anders?
M nee, of toch ja: ik vond het raar dat-ie me bedankte. Maar goed nu snapt-ie me kennelijk beter… ik stop nu soms met backtracken i.v.m. de lengte
C kennelijk beter?
M nou ja, ik begreep dat hij bepaalde dingen niet wist en nu dus na mijn opmerkingen beter zou kunnen reageren.
C ………………………………………….
M tja, ik denk hem de grond in te boren en hij bedankt me omdat-ie nu beter in staat is te oordelen over dat-en-dat……
C ………………………………………….
C We nemen nog een bak M
Volgende sessie M legt verbeterpunten oip tafel op basis van beoordeling en wezenlijke ontwikkelpunten. Ik vang op dat M nog niet helemaal los is van de kwetsuur van het gespreksmoment.
C M ga nog eens op het bureau van K staan, wat zie je en wat hoor je?
M Ik zie B heen en weer gaan op haar stoel (naar voor naar achter) en wijzen op de beoordeling, ik hoor er niets van
C je ziet B heen en weer gaan.
M stap de kamer maar in M. Blijf aan de kopse kant kijk naar beide en wat zie je en wat hoor je?
M ik hoor B haar best doen om uit te leggen wat ik niet wil begrijpen, ik zucht en steun. Het is hard werken voor haar.
C bt., ik vroeg wat je ziet en hoort
M ik zie M handgebaren maken, heen en weer op z’n stoel, ik hoor hem zuchten. Ik zie B heen en weer gaan op haar stoel, ik hoor haar rustig praten.
C bt., wat voel je nu?
M (emotioneel) ik begrijp het laat maar exit. Dankjewel Robert
C Dankjewel M.
0 reacties ↓
Nog geen reacties... Begin jij nu?
Reageer