FAST FOBIE METHODE
Casus van Rob Besseling, Master Opleiding najaar 2008
J. (29) heeft een lichte handicap.
Jaren geleden heeft zijn vader (alcoholist) in een dronken bui hem een tongzoen gegeven. Hij is dus (in de woorden van J.) bij J. tegen zijn wil naar binnen gedrongen.
Het heeft J. erg geschokt dat dit is gebeurd. Hij vond dat hij door zijn vader is verkracht omdat de Hoge Raad dit heeft gelabeld als het hebben van vleselijke gemeenschap tegen de wil van het slachtoffer.
J. wordt angstig en onzeker als hij daar aan terugdenkt. Dat belemmert hem in zijn functioneren.
Coachvraag van J.: Hoe kan ik leren omgaan met de opgedane ervaring zodat ik er geen belemmeringen meer van ondervind?
Toegepaste techniek: Ik heb met hem de fast fobie methode gedaan.
Ik heb een veiligheidsanker op zijn arm aangebracht dat ik ben blijven activeren.
Daarna heb ik J. gevraagd de herinnering aan de gebeurtenis op te roepen. Dat deed hij.
Vervolgens heb ik hem gevraagd om zich een bioscoopzaal voor te stellen en in gedachten op de voorste rij op de middelste positie te gaan zitten.
Toen hij daar zat heb ik hem gevraagd om uit zichzelf te zweven en plaats te nemen in de projectorruimte achter in de zaal.
Ik vroeg hem om zichzelf te zien daar vooraan in het midden van de eerste rij.
Toen liet ik hem een beeld op het bioscoopscherm projecteren. Hem gevraagd wat het was: een plaatje in zwart-wit.
Gevraagd of hij het plaatje als een filmpje wilde laten afspelen terwijl hij in de projectieruimte zat te kijken naar zichzelf daar vooraan op de eerste rij die naar het plaatje zat te kijken.
Ik heb hem gevraagd om, als de gebeurtenis was afgelopen, het beeld stil te zetten en er kleur van te maken.
Vervolgens heb ik hem gevraagd naar zichzelf op de eerste rij te kijken en uit deze een andere zichzelf te laten komen die in het kleurenbeeld op het projectiedoek stapt.
Daarna liet ik hem de kleurenfilm zo snel mogelijk terugspoelen naar het beginpunt terwijl hij hele harde muziek hoorde.
Toen het beeld weer aan het beginpunt was en stilstond heb ik J. gevraagd om uit het beeld te stappen en weer in zichzelf te gaan die op de voorste rij in het midden zat.
Daarna heb ik hem zichzelf vanaf de projectorruimte terug laten zweven in zichzelf die op de voorste rij in het midden zat.
Tenslotte heb ik hem gevraagd om zijn kopie op de voorste rij in de zaal te laten opstaan en de zaal uit te laten lopen.
Resultaat: direct na afloop van de oefening voelde J. zich neutraal.
Twee weken later meldde hij mij dat hij in een nogal confronterende situatie terecht was gekomen met daklozen (In het opvanghuis waarvan hij stage loopt voor zijn opleiding).
De daklozen waren het niet eens met zijn stellingname en kwamen dreigend op hem af.
Normaal gesproken zou hij daar heel onzeker van worden, dit keer bleef hij echter tot zijn eigen verbazing kalm en bij zichzelf en legde hij rustig uit waarom hij vond wat hij zei, waarna iedereen het accepteerde en verder ging.
Daarnaast merkte hij dat hij het gebeuren met zijn vader zag als een van de gebeurtenissen in zijn leven.
Hij had er afstand van genomen.
0 reacties ↓
Nog geen reacties... Begin jij nu?
Reageer