web analytics

Entries from augustus 2003 ↓

Het meisje dat leerde kiezen

Er was eens een koning, in een land hier ver vandaan, die het belangrijk vond dat alle mensen in het land tevreden zouden zijn. Hij had bedacht dat als iedereen werk zou hebben dan zou er welvaart zijn en iedereen zou dan tevreden zijn. Om ervoor te zorgen dat iedereen werk zou hebben had de koning besloten dat iedere onderdaan maar één ambacht mocht hebben. Zodra iemand 21 werd moest hij of zij aan de koning vertellen welk ambacht werd gekozen. En zo had iedereen van 21 jaar en ouder in het land een ambacht gekozen dat zij graag wilden uitoefenen, er werd voldoende geld verdiend en men leek tevreden. Al vele jaren ging dit zo door en de koning was tevreden.

In dit land in een klein gezellig dorpje aan een rivier woonde Esmeralda. Ze woonde in een knus en gezellig huisje. Ze hield ervan om ’s avonds lekker weg te kruipen op de bank in de huiskamer. Als het winter was luisterde ze naar het knisperend haardvuur en zomers hoorde ze de vliegen tegen het raam, maar die vliegen vond ze niet leuk. Ze hield er ook van om lekker weg te kruipen in haar bed en dan rook ze aan haar dekbed en voelde zich helemaal veilig.

Met haar vriendjes Hans en Grietje zat ze vaak urenlang aan de rivier te vissen. En op een dag bespraken ze wat ze later zouden worden want volgend jaar werden ze 21. Hans wilde veldwachter worden en beschreef hoe hij later boeven zou grijpen en ze aan de koning zou voorleiden. Grietje wist dat zij schatkistbewaarder zou worden. Zij vertelde hoe zij het geld zou tellen en het in de schatkist zou opbergen.

Toen Esmeralda aan de beurt was om te vertellen wat zij wilde worden dacht ze aan die keer dat ze met haar moeder bij de kleermaker was geweest, ze had toen gezien dat de mensen kleren kochten en er veel mooier weer naar buiten gingen dan dat ze binnen waren gekomen. In haar gedachten genoot ze weer van dat moment en ze dacht toen ja, dit is het ambacht van mijn keuze, ik wil kleren maken en ze verkopen zodat iedereen mooier wordt. En ze voelde zich heerlijk, dit was het, dit voelde goed.

Die maand kwam er een groep zigeuners in het dorp. Ze kwamen elk jaar en dan was er feest in het dorp. Esmeralda vond het prachtig. Ze had alles gevolgd en bekeken, ook de geheimzinnige zigeuners met hun vurige ogen. Ze had gezien hoe de herbergier het feest organiseerde: het vuur, het eten en de fakkels en ook de zigeuners werden op de juiste plaats neergezet om hun muziek te kunnen maken. Ze had nog even gekeken of de lammetjes nog bij hun moeder waren want ze was toch wel even bang geweest dat ze misschien opgegeten zouden worden. En terwijl iedereen aan het feesten was dacht Esmeralda, dit is het, ik wil feesten gaan organiseren.

Af en toe gebeurde er in dit land ook wel iets dat niet door de beugel kon. In de winter die volgde werd er een man gearresteerd die bij de molenaar meel had gestolen. De molenaar was schreeuwend achter hem aangerend en de veldwachter rekende de dief ogenblikkelijk in. Alle mensen in het dorp kwamen op het tumult af. Ook Esmeralda was erbij om te zien hoe de dief door de veldwachter werd opgepakt. Maar toen ze de dief zag en hem in de ogen keek, zag ze dat deze dief goede bedoelingen had gehad om het meel te stelen. Misschien had hij geen geld om zijn kinderen eten te geven. Het was niet rechtvaardig zoals deze man behandeld werd. Ze dacht eraan dat ze deze man misschien wel kon helpen, door met hem te praten en hem te helpen een weg te vinden om zijn kinderen eten te geven zonder dat hij daarvoor moest stelen. Dat was het, dit was het ambacht dat ze wildeToen het voorjaar werd ging ze weer naar de rivier, ze was alleen want Hans en Grietje waren intussen al naar de koning gegaan om te vertellen welk ambacht ze wilden hebben. Ook Esmeralda moest over 3 weken naar de koning om te vertellen welk ambacht ze had gekozen. En terwijl ze zo aan het water zat en lag te luisteren naar de zoemende bijen en de wind door haar haren voelde dacht ze weer terug aan het ambacht dat ze had gekozen. Ze dacht aan de dief met die ogen die haar zoveel hadden verteld, en terwijl ze aan die ogen dacht, dacht ze aan de ogen van de zigeuners en hoorde ze de muziek daarbij, de dansende mensen met hun mooie kleren en toen dacht ze ook aan de kleermaker. Eigenlijk vond ze het allemaal leuk, misschien was het toch leuker om kleren te maken en te verkopen, of misschien toch feesten organiseren? Wat moest ze nu kiezen. Ze mocht maar één ambacht hebben en over 3 weken moest ze aan de koning vertellen wat ze wilde worden. Ze voelde een paniekgevoel in zich opkomen. Die avond sliep ze slecht, ze moest steeds denken over de keuze die zij moest maken.

Ze besprak haar probleem met haar moeder, maar die kon haar geen oplossing geven en zo bleef Esmeralda nog dagen treurend op de bank zitten. Ze ging niet meer naar de rivier en voelde geen zonnestralen meer op haar gezicht en ook geen wind meer door haar haren. Ze staarde voor zich uit en huilde zachtjes van binnen omdat ze geen keus kon maken.

Toen brak de dag aan dat ze naar de koning moest gaan. Haar moeder gaf nog aanwijzingen voor de weg naar de hoofdstad. Ze vertelde Esmeralda dat ze goed moest opletten bij de splitsing van de weg bij de grote boom. Links aanhouden! want dat is de weg naar de hoofdstad. Niemand in het dorp was ooit rechtsaf gegaan en dus niemand kon vertellen wat je daar kon tegenkomen.

Esmeralda beloofde dat ze op zou letten en ging op weg. Ze was heel droef, tuurde ver voor zich uit en haar stappen waren weifelend en traag. Na een tijdje gelopen te hebben merkte ze opeens dat er een vlinder om haar heen fladderde, het was een heel mooie vlinder. De vlinder vloog tussen haar en de struiken heen en weer. Esmeralda vond deze vlinder zo mooi dat ze besloot om hem even te volgen. De vlinder bracht haar in de struiken maar even later stond ze weer op de weg. De vlinder vloog hoger en hoger en was plotseling weer verdwenen. Ze ging weer op pad want het was nog een eind lopen naar de hoofdstad. Na een tijdje merkte ze dat de weg smaller was geworden en dat ze langzaam aan het stijgen was. Opeens stond ze daar voor een berg met allemaal bloemen. Eerst liep ze door een veld van rode bloemen dat langzaam over ging in oranje en daarna in gele bloemen en nog hoger waren alle bloemen groen van kleur. En terwijl ze door deze bloemenzee liep voelde ze dat haar stap steviger werd, ze werd warm van binnen en voelde zelfvertrouwen in haar opkomen. Toen ze daarna door een veld met blauwe en daarna paarse bloemen liep begon ze zachtjes te neuriën en opeens begreep ze dat ze hier niet voor niets liep, misschien kon ze hier wel een antwoord vinden op haar vraag welk ambacht het juiste was voor haar. Even later liep ze tussen witte bloemen door en terwijl ze genoot van alle bloemen en rondkeek wat ze nog meer kon ontdekken zag ze een oude man zitten. Ze liep naar hem toe om te horen wat hij te zeggen had.

Het leek wel of de oude man op haar zat te wachten. Ze begon gelijk haar verhaal te vertellen; hoe ze de kleermaker had gezien, die mooie kleren maakte en van de herbergier die feesten organiseerde en ook van de dief ze graag wilde helpen. Ze eindigde haar verhaal met haar probleem dat ze niet kon kiezen. Toen hoorde ze de man voor het eerst wat zeggen ‘niet kon kiezen’?. De oude man was vervolgens weer een tijdje stil en vroeg toen ‘wat houd je tegen om alles te doen’?. Het leek even of ze door de bliksem was getroffen, ze begreep gelijk wat ze moest doen. Ze bedankte de oude man, die haar nog even snel een kortere weg naar de hoofdstad wees. En vrolijk zingend liep ze de berg weer af en plukte onderweg wat bloemen. Onderaan gekomen merkte ze dat ze van alle kleuren bloemen had geplukt en ze besloot om deze aan de koning te geven.

In de hoofdstad aangekomen ging ze gelijk naar de koning. Deze was verbaasd zo’n mooie bos bloemen te krijgen en luisterde daarom aandachtig naar haar verhaal. Esmeralda begon te vertellen dat ze het heel goed van de koning vond dat hij iedereen blij en tevreden wilde maken en dat veel van zijn onderdanen ook heel tevreden waren, daarna vertelde zij haar verhaal van de ambachten die zij wilde uitoefenen en dat ze niet kon kiezen. En zij vroeg de koning om haar toe te staan om alle 3 de ambachten te hebben, zodat ook zij een tevreden onderdaan zou zijn. Aanvankelijk was de koning verontwaardigd, hoe durfde zij tegen zijn wil in te gaan, maar opeens kreeg hij een plan en stelde haar het volgende voor:

Als zij ervoor kon zorgen dat zijn zoon, de prins, morgen zou trouwen dan mocht ze de 3 ambachten hebben. Dat is makkelijk dacht Esmeralda, ik organiseer een feest, maak mooie kleren voor de prins en zijn bruid en dan kan hij trouwen. Ze ging akkoord en zette gelijk alles in gang om het feest te organiseren. Ze liet kleermakers komen en vertelde precies welke kleren ze moesten maken. Koks, timmerlui, iedereen was hard in de weer en het begon er al mooi uit te zien. Esmeralda liep het hele paleis door om alles goed in de gaten te houden en zo kwam ze een jonge man tegen die in een hoekje op de bank zat te treuren. Ze liep naar hem toe en vroeg waarom hij zo treurde.

Hij vertelde dat hij morgen moest gaan trouwen maar nog steeds geen bruid kon vinden. Ze kon haar oren haast niet geloven, hoe kon het zijn dat deze knappe jonge man geen vrouw kon vinden die bij hem paste en daarom vroeg ze waarom hij geen bruid kon vinden.

‘Ach’? zei hij, ik heb al zoveel meisjes gezien en gesproken de één nog mooier en intelligenter dan de ander, maar er was er niet één die Liesje heette’?.

En Esmeralda die ademloos naar de jonge man had gekeken zei ‘ik heet Esmeralda, maar zeg maar Liesje’?.

En de volgende dag trouwde de prins met Liesje. Het was een heel mooi feest en iedereen had mooie kleren aan.

En de koning? Die was tevreden, Liesje mocht alle ambachten kiezen die zij wilde en adviseerde zelfs de koning om een ander ambacht te nemen.

Bas L. juli 2003

Symbiose

“Zoals je wellicht weet betekent symbiose een geheel van delen die niet zonder elkaar kunnen functioneren”.

Ooit, toen de mensen uit het dorp nog nooit op la Bosse (da’s Frans voor bult) waren geweest, woonden er boven op la Bosse een heleboel mensen samen in een heel groot kasteel. Ze kwamen nooit naar beneden, naar het dorp, la Bosse was hun terrein.

Lees meer “Symbiose”